Een weerstand is een erg eenvoudig onderdeel. Met een weerstand kan je bepalen hoeveel stroom er loopt. Doordat je de weerstandswaarde van de weerstand nauwkeurig kunt kiezen, kan je in je ontwerp goed bepalen hoeveel stroom er door verschillende punten in je stroomkring zal lopen. Daarom komen weerstanden in bijna elk circuit voor.

De symbolen van een weerstand

Weerstanden gebruiken

Een weerstand is dus een heel eenvoudig component. Vooral vanwege deze eenvoud zijn weerstanden erg belangrijk voor de elektronica. Met weerstanden bepalen we hoeveel stroom er op elke plek door ons circuit loopt.

Om te leren hoe weerstand en andere fundamentele onderdelen van de elektriciteit werken kun je de lessenserie ‘Hoe werkt elektriciteit’ volgen. Weerstanden zijn namelijk ontzettend belangrijk voor de werking van elektriciteit.

Weerstandswaardes herkennen

Wanneer we met weerstanden werken is het handig om de weerstandswaardes te kunnen achterhalen. Hierdoor kunnen we weerstanden uitkiezen en hergebruiken, en nog veel belangrijker, we kunnen daarmee fouten in ons circuit herkennen.

Een weerstand meten

De makkelijkste manier om de weerstandswaarde van onze weerstand te vinden is door een multimeter te gebruiken. Praktisch elke multimeter heeft een stand om de weerstand tussen de twee verbindingspunten te meten. Maar LET OP gebruik deze stand nooit op een circuit waar stroom op staat.


De opstelling die we hiervoor gebruiken is in het plaatje hierboven te zien. Het maakt hierbij niet uit welke kant van de weerstand we aan welk snoer aansluiten.

We kunnen op het scherm zien dat dit een 1 kΩ weerstand is.

Het zwarte snoer sluiten we altijd aan op de COM aansluiting. We sluiten het rode snoer aan de multimeter aan op de aansluiting met het Ω ohm-symbool. Wanneer we dit niet doen zal de multimeter nul ohm aangeven.

Door gebruik van deze methode meten we de weerstandswaarde van onze hele opstelling, niet alleen de waarde van de weerstand. In het geval dat we, zoals in het plaatje is afgebeeld, maar één weerstand aansluiten, meten we de waarde van deze ene weerstand. Maar wanneer de weerstand is aangesloten aan bijvoorbeeld een andere weerstand of een motor, meten we de totale weerstand van het hele circuit (t.o.v. de aangesloten punten). Soms willen we juist dit totaal weten, maar het komt ook voor dat dit juist erg in de weg zit.

Om toch de weerstandswaarde van weerstanden die in een circuit zijn aangesloten te vinden hebben we twee opties: we kunnen de weerstand loshalen, zodat we deze los kunnen meten, of we kunnen de kleurencode aflezen.

Kleurencodes lezen van jouw weerstand

Het overgrote deel van (niet SMT) weerstanden zal voorzien zijn van een kleurencode. Deze code geeft aan wat de weerstandswaarde van de weerstand is. Het lezen van zo een code lijkt misschien een onmogelijke uitdaging, maar in werkelijkheid is het vrij makkelijk. Deze codes werken namelijk volgens een ontzettend simpel systeem.

Om deze codes af te lezen maken we gebruik van de volgende tabel:

K staat voor duizend, M staat voor miljoen.

Hieronder staan enkele weerstanden als voorbeeld afgebeeld, maar we raden je aan om mee te doen met je eigen weerstand:

Zoals we in het plaatje hierboven zien staan op alle drie de weerstanden kleurencodes afgebeeld. Het gat (het leeg gelaten stuk) bevindt zich altijd aan de rechterkant van de code. Deze gebruiken we dus om te ontdekken vanuit welke kant we de kleurencode af willen lezen.

Bij de hierboven afgebeelde weerstanden geven de eerste drie ringen een getal aan. Dit zal altijd het geval zijn voor weerstanden met vijf of zes banden. Wanneer de weerstand drie of vier banden heeft worden hier maar twee banden voor gebruikt. De waarden van de verschillende kleuren zijn in de tabel te vinden onder het kopje getal.

De volgende ring geeft aan met welke waarde we het getal zullen vermenigvuldigen. Wanneer bijvoorbeeld in de eerste ringen het getal honderd staat afgebeeld en direct daarna met een bruine ring wordt aangegeven dat dit getal keer tien moet (bruin = ×10), zal de weerstandswaarde 1000Ω (1000 ohm) zijn. De waarden van de verschillende kleuren zijn in de tabel te vinden onder het kopje multiplier.

De ring hierna (als deze er is) geeft aan wat de fabriekstolerantie van deze weerstand is. Dit vertelt ons hoe veel de werkelijke weerstandswaarde maximaal af kan wijken van wat aangegeven staat. De afwijking verschilt van weerstand tot weerstand. De waarden van de verschillende kleuren zijn in de tabel te vinden onder het kopje tolerantie.

Vervolgens geeft de laatste ring, bij weerstanden met zes banden, aan wat de temperatuurcoëfficiënt van de weerstand is. Echter zal dit voor de meeste projecten zelden van belang zijn. Om deze reden gaan we er in dit artikel niet verder op in.

Een weerstand is een erg eenvoudig onderdeel. Met een weerstand kan je bepalen hoeveel stroom er loopt. Doordat je de weerstandswaarde van de weerstand nauwkeurig kunt kiezen, kan je in je ontwerp goed bepalen hoeveel stroom er door verschillende punten in je stroomkring zal lopen. Daarom komen weerstanden in bijna elk circuit voor.

De symbolen van een weerstand

Weerstanden gebruiken

Een weerstand is dus een heel eenvoudig component. Vooral vanwege deze eenvoud zijn weerstanden erg belangrijk voor de elektronica. Met weerstanden bepalen we hoeveel stroom er op elke plek door ons circuit loopt.

Om te leren hoe weerstand en andere fundamentele onderdelen van de elektriciteit werken kun je de lessenserie ‘Hoe werkt elektriciteit’ volgen. Weerstanden zijn namelijk ontzettend belangrijk voor de werking van elektriciteit.

Weerstandswaardes herkennen

Wanneer we met weerstanden werken is het handig om de weerstandswaardes te kunnen achterhalen. Hierdoor kunnen we weerstanden uitkiezen en hergebruiken, en nog veel belangrijker, we kunnen daarmee fouten in ons circuit herkennen.

Een weerstand meten

De makkelijkste manier om de weerstandswaarde van onze weerstand te vinden is door een multimeter te gebruiken. Praktisch elke multimeter heeft een stand om de weerstand tussen de twee verbindingspunten te meten. Maar LET OP gebruik deze stand nooit op een circuit waar stroom op staat.


De opstelling die we hiervoor gebruiken is in het plaatje hierboven te zien. Het maakt hierbij niet uit welke kant van de weerstand we aan welk snoer aansluiten.

We kunnen op het scherm zien dat dit een 1 kΩ weerstand is.

Het zwarte snoer sluiten we altijd aan op de COM aansluiting. We sluiten het rode snoer aan de multimeter aan op de aansluiting met het Ω ohm-symbool. Wanneer we dit niet doen zal de multimeter nul ohm aangeven.

Door gebruik van deze methode meten we de weerstandswaarde van onze hele opstelling, niet alleen de waarde van de weerstand. In het geval dat we, zoals in het plaatje is afgebeeld, maar één weerstand aansluiten, meten we de waarde van deze ene weerstand. Maar wanneer de weerstand is aangesloten aan bijvoorbeeld een andere weerstand of een motor, meten we de totale weerstand van het hele circuit (t.o.v. de aangesloten punten). Soms willen we juist dit totaal weten, maar het komt ook voor dat dit juist erg in de weg zit.

Om toch de weerstandswaarde van weerstanden die in een circuit zijn aangesloten te vinden hebben we twee opties: we kunnen de weerstand loshalen, zodat we deze los kunnen meten, of we kunnen de kleurencode aflezen.

Kleurencodes lezen van jouw weerstand

Het overgrote deel van (niet SMT) weerstanden zal voorzien zijn van een kleurencode. Deze code geeft aan wat de weerstandswaarde van de weerstand is. Het lezen van zo een code lijkt misschien een onmogelijke uitdaging, maar in werkelijkheid is het vrij makkelijk. Deze codes werken namelijk volgens een ontzettend simpel systeem.

Om deze codes af te lezen maken we gebruik van de volgende tabel:

K staat voor duizend, M staat voor miljoen.

Hieronder staan enkele weerstanden als voorbeeld afgebeeld, maar we raden je aan om mee te doen met je eigen weerstand:

Zoals we in het plaatje hierboven zien staan op alle drie de weerstanden kleurencodes afgebeeld. Het gat (het leeg gelaten stuk) bevindt zich altijd aan de rechterkant van de code. Deze gebruiken we dus om te ontdekken vanuit welke kant we de kleurencode af willen lezen.

Bij de hierboven afgebeelde weerstanden geven de eerste drie ringen een getal aan. Dit zal altijd het geval zijn voor weerstanden met vijf of zes banden. Wanneer de weerstand drie of vier banden heeft worden hier maar twee banden voor gebruikt. De waarden van de verschillende kleuren zijn in de tabel te vinden onder het kopje getal.

De volgende ring geeft aan met welke waarde we het getal zullen vermenigvuldigen. Wanneer bijvoorbeeld in de eerste ringen het getal honderd staat afgebeeld en direct daarna met een bruine ring wordt aangegeven dat dit getal keer tien moet (bruin = ×10), zal de weerstandswaarde 1000Ω (1000 ohm) zijn. De waarden van de verschillende kleuren zijn in de tabel te vinden onder het kopje multiplier.

De ring hierna (als deze er is) geeft aan wat de fabriekstolerantie van deze weerstand is. Dit vertelt ons hoe veel de werkelijke weerstandswaarde maximaal af kan wijken van wat aangegeven staat. De afwijking verschilt van weerstand tot weerstand. De waarden van de verschillende kleuren zijn in de tabel te vinden onder het kopje tolerantie.

Vervolgens geeft de laatste ring, bij weerstanden met zes banden, aan wat de temperatuurcoëfficiënt van de weerstand is. Echter zal dit voor de meeste projecten zelden van belang zijn. Om deze reden gaan we er in dit artikel niet verder op in.